De discussie over bezuinigingen in de zorg in Ede is in volle gang. Voor GroenLinks staat goede zorg voor mensen voorop, waarbij maatwerk en regie over je eigen situatie als inwoner uitgangspunten moeten zijn. Hulp die mensen ook echt nodig hebben, zou moeten bepalen hoeveel budget de gemeente daarvoor uittrekt. Dat was de afgelopen jaren ook zo.

Maar in 2017 en 2018 pakten zich donkere wolken samen boven onze gemeentebegroting. De tekorten op de uitgaven voor de jeugdzorg en de WMO liepen in 2018 op tot meer dan 10 miljoen. Dat kan de gemeente niet lang volhouden. Bezuinigingen zijn dus onontkoombaar. Waar ging het eigenlijk mis? En hoe houd je de kwaliteit van zorg overeind, als je zo’n groot bedrag te kort komt? Dat wordt een hele puzzel, maar wij denken dat het kan.

We moeten enerzijds de negatieve effecten van de marktwerking en bureaucratie durven aanpakken en anderzijds investeren in goede hulp en ondersteuning aan vrijwilligers en mantelzorgers. De komende maanden worden de besluiten hierover genomen in de Edese gemeenteraad. Wegbezuinigen van noodzakelijke hulp is voor GroenLinks geen optie, goedkoper organiseren van hulp en zorg is dat wél. Raadsleden Peter van Leusden en Ellen Out leggen in bijgaand opiniestuk uit hoe dat er uit ziet.

Wat ging er eigenlijk mis?

In 2015 kregen de gemeenten een groot aantal zorgtaken erbij. Die taken werden daarvoor door de provincie of de rijksoverheid uitgevoerd. De gedachte van het kabinet Rutte II was dat het veel goedkoper zou zijn om zorg dicht bij mensen organiseren. De gemeenten moesten de taken overnemen, maar kregen veel minder geld voor de uitvoering daarvan.

De redenering van het kabinet blijkt niet te kloppen. Zorg dichter bij mensen organiseren, lijkt het effect te hebben dat steeds meer mensen gebruik gaan maken van de aangeboden voorzieningen. We hebben ook steeds beter in de gaten waarmee kinderen en volwassen écht geholpen zijn. In veel gevallen blijkt zwaardere zorg nodig. Meer gebruik en zwaardere zorg betekent dat de kosten snel oplopen en dat geld hebben we niet.

Dit gebeurt niet alleen in Ede

Vrijwel alle grotere gemeenten (met veel zorgvoorzieningen in hun gebied) kampen inmiddels met grote tekorten, vooral in de jeugdhulpverlening. Overal zien we hetzelfde beeld als in Ede en het brengt veel gemeenten in grote financiële problemen. Om ons heen in bijvoorbeeld Veenendaal, Wageningen, Renkum, Arnhem, Apeldoorn zijn de problemen even groot of zelf nog veel groter. Enkele gemeenten dreigen hierdoor zelfs onder financieel toezicht komen te staan.

De gemeenten hebben de alarmklok geluid bij het kabinet, maar die leek tot nu toe niet bereid om de gemeenten extra geld te geven. Integendeel. We werden als Gelderse gemeenten vorige maand onaangenaam verrast door tientallen miljoenen extra korting op het geld voor maatschappelijke ondersteuning. Ook kwam vorig jaar een besluit uit Den Haag dat de eigen bijdrage voor WMO-voorzieningen voor iedereen eenzelfde vast bedrag moest zijn en gemeenten geen hogere bijdrage meer mogen vragen aan mensen met de hogere inkomens. Ook dat hakt er financieel behoorlijk in. De situatie wordt daardoor onhoudbaar. 
 

Hoe lossen we het op?

Dat wordt pionieren, want dit is een nieuwe situatie voor alle gemeenten. Maar wij zien wel drie dingen die kunnen bijdragen aan een oplossing:

  • hardmaken voor meer rijksbijdrage
  • meer sturing van de gemeente, en minder “marktwerking” en bureaucratie
  • inwoners helpen om eigen verantwoordelijkheid en regie te nemen

We leggen hieronder uit wat we daarmee bedoelen.

Kabinet Rutte II was aan het boekhouden en Kabinet Rutte III neemt zijn verantwoordelijkheid niet.

Het vorige kabinet heeft een grote taxatiefout gemaakt. De bezuinigingen op de zorg zijn veel te rigoureus geweest en de gemeenten zitten nu met de brokken. Bovendien zitten er echt fouten in de wet, waardoor bijvoorbeeld de gemeente Ede opdraait voor zorgkosten voor specialistische instellingen, die landelijk werken.
Ons college moet via lobby en samenwerking met andere gemeenten zich hard blijven maken voor meer rijksbijdrage en een eerlijker verdeling van zorgkosten.

Zorg is geen “markt”.

Zorg is geen “markt”, zorgaanbieders zijn geen bedrijven, zorg bieden is geen dienst of product, en zorgontvangers zijn geen cliënten. Het zijn mensen, onze inwoners, die hulp nodig hebben, in de zorg werken gedreven mensen die die hulp willen bieden en wij hebben als overheid de zorgplicht voor onze inwoners om dat goed te regelen.
We maken het dus onnodig ingewikkeld. We doen namelijk net of die zorgaanbieders wél bedrijven zijn en we werken dus via “aanbestedingen”. We werken met een netwerk van wel 400 aanbieders in Ede. Dat is onbeheersbaar en we willen niet eens nadenken over de bureaucratische processen die ervoor nodig zijn om daar nog enig zicht op te houden.
Als je zorgaanbieders als bedrijven behandelt, dwing je zo ook om zo te denken. Dus het gaat o.a. om voldoende omzet maken, jezelf in stand houden en bedrijfsrisico’s in je prijzen verwerken. Dat drijft de kosten alleen maar op. Het heeft bovendien in arbeidsvoorwaarden een “race to the bottom” veroorzaakt (arbeid is nu eenmaal de grootste kostenpost in de zorg). Het heeft werken in de zorg een slechte naam bezorgd.
Ons college moet wat ons betreft alle mogelijkheden aanpakken om dit soort bureaucratisch processen te vereenvoudigen, kosten opdrijvende prikkels eruit te halen, goede arbeidsvoorwaarden bewaken en te sturen op fatsoenlijke effectieve zorg voor onze mensen.

Mensen helpen om verantwoordelijkheid en regie te houden over hun situatie.

In Nederland is de benadering tientallen jaren geweest dat als iemand denkt het niet meer zelf te kunnen, er als vanzelf naar de overheid wordt gekeken voor hulp. Die komt er dan ook en we gaan dan “voor mensen zorgen”. Goed bedoeld, maar daarmee maken we mensen ook vaak permanent afhankelijk van die zorg, met als gevolg een alsmaar groeiende groep hulpvragers en gestage stijging van kosten.

Denemarken heeft laten zien dat het ook anders kan. Iemand die hulp vraagt, krijgt het daar ook. Daarin verschilt de aanpak niet met Nederland. Maar tegelijk wordt gekeken hoe iemand weer geholpen kan worden om het leven weer zonder die hulp weer zelf aan te kunnen. Je werkt er als zorgaanbieder dus aan om jezelf weer overbodig te maken, door mensen niet afhankelijk te maken, maar weer de regie over de eigen situatie terug te geven. Dat is maatwerk, maar het werkt: De zorgkosten in Denemarken zijn door deze aanpak weer gaan dalen.

In delen van de zorg doen we dit al een beetje, maar er liggen ons inziens kansen om dat principe veel breder in te zetten. En laat er geen misverstand over ontstaan: Er zijn situaties, waar permanent “zorgen voor mensen” niet anders kan. Dan moet die hulp ook beschikbaar zijn.

Vrijwilligers en mantelzorgers zijn het reddingvlot waar de zorg op drijft.

Ede kent tienduizenden mensen die zich op vrijwillige basis inzetten voor onze samenleving en onze mede-inwoners. We realiseren ons terdege dat zonder deze vrijwilligers de hulpvraag aan de overheid nog veel groter zou worden. De bereidheid van vrijwilligers is groot, maar ze zijn vaak niet opgeleid om alles te kunnen overnemen van professionals en er zijn dus grenzen aan hun mogelijkheden. De gemeente nog denkt echter vanuit een te theoretisch, maar niet erg realistisch, beeld van zelfredzaamheid. De samenleving moet vanuit die gedachtegang alles zelf maar oppakken en als het echt niet lukt, dan kan een professional wellicht bijspringen.

Volgens de Deense benadering zou dat andersom moeten. De professionals helpen de initiatiefnemers bij de startup, schatten in dat proces in waar de professionals kunnen loslaten en waar niet en maken zich achteraf dus zoveel mogelijk overbodig. Dat wordt nu in veel gevallen omgedraaid en dat is letterlijk “het paard achter de wagen spannen”. Initiatieven komen hierdoor moeizaam of niet van de grond. Dat zijn gemiste kansen voor de gemeente.
GroenLinks wil goede ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers, want dat is de sociale basis onder onze gemeenschap. Dit principe is ook vastgelegd in ons bestuursakkoord, maar moet nog op veel plekken handen en voeten krijgen.

Hoe stellen we ons op in de gemeenteraad

Wij hebben in maart en april in de gemeenteraad de eerste debatten gehad over de mogelijkheden om te bezuinigen. Die waren pittig. GroenLinks wil dat de discussie primair om kwaliteit van zorg blijft gaan, en dat niet het gebrek aan geld leidend is. We willen dus ook geen boekhoudkundige discussie, waar we de zorg voor onze mensen ter plekke zouden moeten afwegen tegen bijvoorbeeld het bouwen van een tunnel, het verbouwen van een school of het faciliteren van wielerrondes. We willen dat de zorg-als-geheel in Ede blijft deugen. Daar moet het over gaan! En daarna zien we wel weer wat mogelijk is en wat niet als het gaat om andere onderwerpen.

Het college van Burgemeester en Wethouders heeft 23 maatregelen geïnventariseerd, die mogelijk kunnen bijdragen aan een oplossing. Een aantal van die maatregelen voldoen aan de denklijnen die we hierboven hebben beschreven. Maar een aantal lijken daar haaks op te staan. We zijn daar op voorhand al uiterst kritisch over geweest. Maar we laten de ruimte aan het college om alle mogelijkheden goed te onderbouwen.

In juni/juli zal hier opnieuw een debat over zijn in de gemeenteraad. Onze zorg betreft vooral de maatregelen, die niet ondersteunend lijken te zijn aan vrijwilligers en mantelzorgers, dwangmatige voorwaarden stellen om zorg te krijgen of die financiële drempels opwerpen voor de laagstbetaalden. Dat kan wat ons betreft echt niet.
En we vinden het belangrijk dat de vertegenwoordigende organen uit de samenleving, die de belangen van de zorgontvangers behartigen, kunnen meepraten en meedenken over oplossingen.

Het college van B&W denkt al ongeveer 6,5 miljoen te kunnen bezuinigen, door dingen anders te gaan organiseren, maar wel met dezelfde kwaliteit van zorg. Dat onderschrijven we. In de voorgestelde 23 maatregelen gaat het om veranderingen die de inwoners van Ede wél gaan merken. GroenLinks wil eerst duidelijkheid wat deze maatregelen voor de inwoners gaan betekenen en daaruit inhoudelijke keuzes maken. Het zou best kunnen dat dit voldoende bezuinigingen gaat opleveren. Of dat lukt? Dat zal spannend worden.

Peter van Leusden
Ellen Out