De eikenprocessierupsen zijn sinds april weer actief. De gemeenteraad wil een tijdige en effectieve bestrijding van deze rupsenplaag in onze gemeente. Daar was ook alle reden toe, want vorig jaar liep het uit de hand en werd de leefbaarheid in een aantal Edese wijken fors aangetast. Een aantal doorgangsroutes tussen de dorpen kon niet meer worden gebruikt door fietsers en wandelaars. De verwachting was dat het in 2020 mogelijk nog erger zou kunnen worden vanwege de zachte winter. 

Op 9 april werd een nieuw bestrijdingsplan voor de eikenprocessierups met algemene stemmen in de gemeenteraad aangenomen. Voor GroenLinks zat daar wel een buikpijnpunt in, want er worden biologische bestrijdingsmethoden (aaltjes en Xentari) ingezet die de eikenprocessierups doden, maar ook alle andere rupsen en blad-etende insecten. Vanuit oogpunt van natuurbeheer is dit onwenselijk.  

Maar daar staat aantasting van de leefbaarheid voor duizenden Edenaren tegenover, omdat de brandharen van deze rupsen maandenlang actief zijn en kunnen zorgen voor overlast en (soms ernstige) gezondheidsproblemen. Gelet op de omvang daarvan voor onze inwoners heeft onze fractie ervoor gekozen om op dit moment akkoord te gaan met de voorgestelde bestrijdingsmethode in 2020. Op de korte termijn is er geen alternatief, maar op langere termijn vinden we deze aanpak geen oplossing.  

Er wordt dan ook gezocht naar andere methodes en onze gemeente doet mee aan de zoektocht naar betere alternatieven. Zodra die alternatieven er zijn, vindt GroenLinks dat de gemeente Ede die ook moet toepassen. Het is een ingewikkeld probleem. Ons raadslid Judith Klostermann legt uit hoe GroenLinks het ziet:  

Het eikenprocessierups-interview: 

Judith, waarom hebben we opeens zo’n last van die eikenprocessierups? 

Die rups kwam vroeger vooral voor in gebieden ten zuiden van ons, maar nauwelijks in Gelderland of het noorden van Nederland. Als gevolg van klimaatverandering verplaatst het leefgebied van de rups zich langzaam naar het noorden. Die rups heeft vooral in stedelijk gebied te weinig natuurlijke vijanden en kan zich daar ongehinderd voortplanten. Dat komt ook doordat het aantal insecten en vogels die de rupsen eten sterk zijn afgenomen in de afgelopen jaren, omdat in particuliere tuinen en landbouw veel met gif is gewerkt. Dan kan een plaag ontstaan. We hebben het probleem als samenleving dus zelf veroorzaakt. Vooral in Ede leidt dat tot veel overlast. 

Waarom “vooral in Ede”? 

In de vorige eeuw zijn heel veel eiken in Ede geplant. In Ede bestaat 42% van onze bomen uit eiken en dat is veel meer dan het gemiddelde. Op veel doorgaande wegen in en buiten de bebouwde kom staan lange rijen eiken. Die rupsen kunnen zich daardoor snel verplaatsen van boom tot boom. Onze inwoners hebben dus onevenredig veel last van de brandharen van deze rupsensoort.  

Er zijn te weinig natuurlijke vijanden, zeg je, ligt daar dan ook niet de oplossing? 

In principe wel, maar het probleem is nu dat het aantal rupsen en het aantal natuurlijke vijanden compleet uit balans is. Wetenschappers van de Wageningse Universiteit hebben al enige tijd geleden vastgesteld dat je bij zo’n plaag op twee manieren moet ingrijpen. Je moet bevorderen dat het aantal natuurlijke vijanden groter wordt. Maar je moet ook de plaagsoort actief bestrijden, want anders kan het heel lang duren, voordat de plaagdruk – in dit geval van de eikenprocessierups – afneemt.   
 
Maar juist de bestrijdingsmethode van de rups krijgt nu veel kritiek. 

Ja, dat snap ik. De gemeente zet o.a. het bestrijdingsmiddel Xentari in. Het is weliswaar een biologisch bestrijdingsmiddel, wat na een week of zo weer afgebroken is. Maar in die week doodt het ook andere rupsen en bladetende insecten. 
Datzelfde geldt voor de aaltjes; die sterven al na drie uur in de buitenlucht maar tasten ook andere rupsen aan. Xentari en aaltjes zijn echter de enige bewezen technieken op dit moment. Met biologische bestrijding wordt wel volop geëxperimenteerd. 

Maar dan kun je toch het aantal natuurlijke vijanden proberen te vergroten? 

Ja, dat doen we ook door bijvoorbeeld koolmezen naar de eiken te lokken. Ook andere vogels en insecten, zoals de sluipwesp kunnen helpen. Maar als je enorm veel eikenprocessierupsen hebt, heb je ook veel sluipwespen en andere natuurlijke vijanden nodig. Helaas is de omgeving voor die andere insecten en vogels in Ede niet goed geregeld, dus kunnen die bestrijdende soorten moeilijk overleven. 

Waarom is die omgeving in Ede niet goed voor die natuurlijke vijanden? 

Om insecten aan te trekken heb je bloemrijke bermen en een rijke biodiversiteit nodig rond die bomen. We hebben in Ede weliswaar gedeeltelijk ecologisch bermbeheer, waar kruiden en bloemen hun gang kunnen gaan. Maar die bloemrijke bermen zou je heel bewust moeten aanleggen in de omgeving van die eiken. Als je strak gemaaide grasbermen hebt, komen die insecten niet. Ook als je slordig omgaat met maaien (we zien dat aannemers soms maaien, terwijl de bermen in volle bloei staan) helpt het niet. Ook zien we dat vaak struiken onder eiken worden weggehaald. Daarmee verwijder je de habitat van de zangvogels en haal je ook de natuurlijke bestrijding weg. Als alleen eiken en gras overblijven is dat een paradijs voor de eikenprocessierups. Dus wil je dit effectief aanpakken, moet gericht worden gewerkt aan een biodiverse omgeving rond die eiken.  

Maar er zijn toch ook alternatieve methoden zoals wegzuigen en inkapselen? 

Ja, wegzuigen is in 2019 geprobeerd, maar dat is bestrijding achteraf en dan zit je al met de overlast. De plaag was in 2019 ook zo heftig, en de bestrijding zo arbeidsintensief, dat dit niet bij te benen was. Nu wordt preventief gespoten op plekken waar het risico’s oplevert voor de gezondheid en onder toezicht van de stadsecoloog. Op andere bomen waar nesten worden gesignaleerd, blijven we nesten wegzuigen. Achteraf nesten wegzuigen of inkapselen kost veel geld. In 2019 hebben we in Ede 400.000 euro aan de eikenprocessierups uitgegeven. Dat geld kunnen we wat mij betreft beter steken in versterking van de biodiversiteit. 

Overigens is de nieuwe kaart waar bewoners besmette bomen kunnen melden weer online. Alle eiken staan daarop en die kun je aanklikken om een melding te doen. De gemeente komt dan kijken en beoordelen of wegzuigen op die plek prioriteit heeft. In Lunteren zijn de eerste bomen al gemeld. 
 

Hoe ziet GroenLinks dat het in de toekomst anders kan of moet? 

Er lijkt op korte termijn nog geen goed alternatief voor bestrijdingsmethodes met aaltjes en Xentari. Wij bepleiten heel selectieve toepassing zodat de biodiversiteit zo min mogelijk wordt aangetast. Ook moeten burgers geïnformeerd worden als bestrijding in hun straat langskomt. De eindeloze eikenlanen moeten we geleidelijk gaan onderbreken met andere soorten, bijvoorbeeld beuken of esdoorns. Er zijn wel 250 boomsoorten die in Nederland goed gedijen dus waarom zouden we overal dezelfde 20 soorten toepassen?  Er is in 2019 ook een landelijk expertisecentrum opgericht (Kennisplatform processierups), dat onder andere op zoek is naar methodes om de natuur beter in balans te brengen. De gemeente Ede werkt ook mee aan die onderzoeken. We hopen dat daar bruikbare resultaten uitkomen.  

Het is voor GroenLinks in elk geval onacceptabel als bestrijdingsmethodes als Xentari blijvend zouden worden gebruikt. Zodra betere methodes beschikbaar zijn, moet de gemeente Ede die gaan inzetten.  
 

----------------------------------------
Meer informatie: 

Kennisplatform processierups: https://processierups.nu/ 

Artseninformatie processierups: https://www.rupsen.info/ 

Ede: https://www.ede.nl/in-de-gemeente-ede/eikenprocessierups