Op zaterdag 15 december 2018 is in Cultura te Ede een themamidddag over biodiversiteit, landbouw en natuur georganiseerd door het bestuur van GroenLinks Ede. Dagvoorzitter Reinier van den Berg kondigde vier sprekers aan. Wethouder Willemien Vreugdenhil vertelde over het programma biodiversiteit waaraan nu wordt geschreven. Arnold van den Burg liet zien hoe bomen en vogels op de arme zandgronden in grote problemen komen door verzuring en kalkgebrek. Twee boeren vertelden hoe er vanuit de reguliere landbouw en vanuit de biologische landbouw in de praktijk omgaan met biodiversiteit. Na afloop vlogen veel vragen door de zaal. Duidelijk is dat het herstellen en versterken van natuur ingewikkeld is en het belangrijk is dat hierover een goede dialoog op gang komt tussen alle belanghebbenden. Lees verder voor een verslag van deze boeiende en zeer leerzame middag.
Dagvoorzitter Reinier van den Berg: Klimaatonderhandelingen lopen nu en klimaatbeleid kan niet zonder groen. Bomen zorgen voor CO2 opslag. Landbouw kan helpen tegen klimaatverandering (maar kan ook negatief zijn). Biodiversiteit staat vaak te weinig op de agenda maar hier gelukkig wel. Intussen is bekend hoe zwaar de insecten het hebben. We dreigen in het ravijn te belanden en als dat gebeurt komen we er niet snel weer uit.
Wethouder Willemien Vreugdenhil: Het college is bezig met een biodiversiteitsnota en daarom sta ik hier. Sicco Mansholt was verzetsstrijder, heeft de oorlog overleefd, en had als motto: nooit meer honger: voedselproductie tegen lage kosten. Nu is inderdaad de Nederlandse landbouw effectiever dan ooit, maar de keerzijde van de efficiënte landbouw is uitstoot van broeikasgassen, verzuring en eutrofiering. Daarom is verandering in dit systeem nodig. Minister Schouten wil kringlooplandbouw met recycling en combinatie van plantaardige en dierlijke productiesystemen. We hebben wereldwijd een feed-food competitie georganiseerd. Mensen gaan elkaar daarvoor te lijf. Het CDA heeft veel ministers voor LNV geleverd in de traditie van Mansholt, maar als consument bepalen we uiteindelijk hoe een boer kan werken. Zie ook het filmpje van de lezing van twee hoogleraren, Imke de Boer en Martin van Ittersum. Vallei boert bewust is mede daarvoor opgericht. Er is ook discussie over zonnepanelen op landbouwgrond: er is geen alternatief voor voedselproductie, en er is wel een alternatief voor energieproductie. Meer plantaardig voedsel eten is goed maar niet vleesloos want kippen en varkens zijn ideaal om reststromen in waarde om te zetten. In Ede hebben we alles om aan een beter systeem te werken: boeren, politiek en wetenschap. We hebben ook een programma Levend Landschap dat bijdraagt aan biodiversiteit. Het programma biodiversiteit dat we nu schrijven heeft zes hoofddoelen: soorten behouden, biodiversiteit in bebouwd, in buitengebied, en in natuurgebied versterken, integreren van biodiversiteit in ruimtelijke processen, en verankeren van biodiversiteit in participatieprocessen.
Nienke Groenrijk (Levend Landschap Bennekom en Steenbreek). U zegt er zijn geen alternatieven voor voedselproductie, maar het kan ook op zee: zeewier.
Arnold van den Burg. onderzoeker Stichting Biosfeer: Kan de rekening van stikstofemissie nog ten laste komen van de natuurkwaliteit? Er zijn interessante uitspraken van het Europese Hof over stikstofemissies. Wanneer begint stikstof de natuur te veranderen? Het gebeurt snel op arme zandgrond. Korstmosrijke vegetaties zijn we in Nederland al sinds de industrialisatie kwijt want ze kunnen niet tegen ammoniak. In Noord Frankrijk kom je dat voor het eerst weer tegen. Stikstof leidt tot kalkgebrek bij vogels waardoor ze met gebroken pootjes in het nest liggen en vogelembryo's afwijkingen laten zien. De groei van eiken neemt af en bomen sterven massaal op de voedselrijke zandgronden van Nederland. De Wielewaal kan niet meer leven in deze bossen omdat er geen rupsen meer zijn. Veel typisch Veluwse soorten zijn landelijk of regionaal uitgestorven: de Duinpieper, de Wielewaal. Sperwer en valk gaan achteruit en zelfs algemene soorten als Gaai en Houtduif hebben het moeilijk. Een zure bodem onder de 4,5 pH heeft teveel aluminium beschikbaar waardoor wortels niet groeien. Je krijgt vergrassing en minder insecten. De Noord-Ginkelse heide heeft voor een groot deel een pH van 3,5 of nog minder. Slakken zijn weg, daardoor krijgen vogels niet genoeg kalk, hun eieren zijn niet goed en de jonge vogels zijn zwak. We geven de natuur stikstof wat op zich een meststof is. Daar kan een plant aminozuren en eiwitten van bouwen. Maar plant heeft ook andere mineralen nodig zoals mangaan, en als die stoffen er niet zijn kan er geen eiwit gemaakt worden. Dus de plant loopt vol stikstof waar hij niks mee kan. De Amerikaanse eik neemt minder stikstof op dan de Europese zomereik. Rupsen overleven niet op een boom waar de voedselkwaliteit te laag van is; doordat stikstof erin is opgehoopt. Bij nachtpauwoog rupsen die slechte hei eten wordt de darm aangetast door de stikstof. Helpt het om kalk op de natuur te brengen? De advocaat van Nederland heeft bij Europese Hof gezegd dat we door bekalken geen negatieve effecten meer hebben in natuur, maar dat is onzin. Als je 9 ton kalk per ha aanbrengt komt alle stikstof vrij en groeit de braam enorm. Ook begrazing is alleen symptoombestrijding want het gras verdwijnt maar de bodem blijft nog even zuur. Plaggen van hei: je haalt de stikstof eruit maar ook alle andere mineralen (calcium, magnesium) dus alleen heide kan daar leven en er komen geen vogels of insecten meer op af. Er is geen goede manier om stikstof er weer uit te krijgen. Veel zangronden zijn nu verzadigd en er komt steeds meer bij, ook al is de depositie verminderd. De kritische depositiewaarde zou eigenlijk steeds lager moeten worden naarmate de verzadiging voortgaat. Sowieso zit je er al ver overheen. De enige oplossing is stoppen met de stikstofdepositie. Als hulpmiddel hebben we de zwarte mees wel plankjes met schelpgruis aangeboden; dat voeren mezen aan hun jongen en het helpt maar is dweilen met de kraan open.
Reinier: Wat is de verhouding als oorzaak van stikstofdepositie tussen landbouw en verkeer? Verkeer en huishoudens hebben NO2 emissies en dat is minder ernstige zuurbelasting. Ammonium en nitraat hebben een sterker verzurend effect. De landbouw veroorzaakt 50% van de stikstofdepositie.
Willemien: Arnold heeft dit onderzoek gedaan in opdracht van de gemeente en daarom zijn we gaan bekalken. Groenbemesting is ook een maatregel. Plaggen doen we op de heide.
Ben Apeldoorn LTO Gelderland: Ik heb een veehouderij in de Gelderse Vallei. Ik heb 120 koeien en twee melkrobots. 2017 was een supergrasjaar en 2018 was veel minder. Boeren is lange termijn werken, met de fokkerij. De helft van het land gebruik ik voor gras/klaver en mais. In 1920 was Nederland woest en ledig, mijn overgrootvader had in Leusden 20 ha met een zeer diverse activiteit o.a. dieren, fruit en kaas. Er kwam een spoor dwars over het land, de voedselcrisis in 1935, er kwam goedkoop graan uit Canada en de graanprijs ging onderuit. Ondernemers kocht failliete boerderijen op en ontwikkelden een landgoed. Een andere optie was vee te voeren met goedkoop graan dus je meer richten op veehouderij in plaats van op een gemengd bedrijf. In 2010 waren er in Nederland meer bos, meer woningen en meer wegen. 10 ha van de boerderij in Leusden kwam vol woningen, spoorweg, industrie en wegen. De andere 10 ha werd natuur en is deels nog landbouw. Vader verkaste naar Woudenberg en begon een veehouderij. Eigenlijk is het meer een vee-industrie met grote efficiëntie en kleine marges. We luisteren ook naar de markt: In de jaren 50 had je kippenweitjes met hoge bemesting. Later gingen alle kippen naar binnen in kooien. In 2000 gingen we naar grote scharrelstallen. Sinds een paar jaar gaan weer alle kippen naar buiten; 70% van biologische leghennen in Nederland lopen nu in de Gelderse Vallei. De Gelderse Vallei heeft arme grond dus daarom is er vooral veehouderij. Het gebied zit dicht bij de Rotterdamse haven en dichtbij het Duitse Ruhrgebied; die kan Ede allemaal van eieren voorzien. Het aantal bedrijven daalt en daardoor ook de uitstoot. Er waren 250.000 varkensbedrijven in 1950 en nu zijn het er nog 4000. De mest gaat naar mestverwerkers (en vervolgens naar graangebieden in bv Frankrijk) of naar akkerbouw in Groningen en Brabant. Een paar honderd jaar geleden had je volledig circulaire landbouw met een lage opbrengst; dat is doorbroken met het importgraan. Nu wordt het weer meer circulair; bijproducten uit voedingsindustrie worden steeds meer gebruikt zoals bietenpulp. Nu is 40% van het veevoer circulair, maar nog steeds is een goede balans in het voer nodig. Daarom wordt eiwitrijk voer toegevoegd, vooral soja. 1% van alle wereldwijde soja gaat naar Nederland, en daarmee produceren we 3% van het dierlijke eiwit. Nu wordt gezocht naar alternatieve hoogwaardige aminozuurbronnen. Daar wordt met de wetenschap in Food Valley naar gezocht. Voedselproductie heeft de vorm van twee pyramides: van 65000 boeren via een distributiesysteem met 5 verkoopkantoren en supermarktketens naar 17 miljoen burgers. Het is een heel efficiënt systeem waardoor de consument veel minder aan voedsel hoeft te besteden. Voedsel zoals een varken wordt geproduceerd waar dat het goedkoopste is en wordt verkocht waar de prijs het hoogst is. Van neus tot staart gaat niets verloren. De veestapel is een korte keten en neemt het CO2 zelf weer op dus broeikasgas moet je via verkeer en fossiele brandstof aanpakken en niet via de landbouw. Veehouderij verandert de wereld niet maar de wereld verandert de veehouderij. Wij veranderen graag mee naar een duurzamere landbouw.
Wat kan de natuurlobby voor agrariërs doen? Geen welles nietes maar een dialoog. Dode koolmezen komen niet door de veehouderij, maar door de toename van de hoeveelheid mensen. Wij moeten daarvoor voedsel produceren. Voedsel moet duurder worden en de financieringsstromen moeten veranderen. Burgers moeten koopkracht inleveren. Mensen moeten uiteindelijk versoberen. Dan kan ik met 60 koeien mijn brood verdienen.
Jan Dirk van de Voort: duurzame landbouw. We hebben Jersey koeien, daar maken we kaas van en we genereren inkomen voor 6 mensen. Wij zijn uit het systeem gestapt. 15 jaar geleden zijn we gestopt met antibioticum, door meer te gaan observeren. Dat was in het begin lastig. De koe, de bodem en hele natuurlijke systeem zijn we als spiegel gaan zien en we zijn alle synthetische middelen uit het systeem gaan halen, Daardoor is het systeem op een natuurlijke manier gaan draaien en dat kon ik financieren uit smaak. De koeien wijzen je de weg, daarmee creëer je smaak en smaak verkoop je. Een goed verhaal en gezondheidsclaims verkopen niet. We zitten in een systeem waar we bijna niet uit kunnen komen. Ons derde verdienmodel bestaat uit excursies, 5x in de week, voor mensen in het vak: boeren, onderwijs (landbouwschool, WUR) en afnemers van producten als restaurants en winkels. Iedere klant moet op het bedrijf komen. De laatste tijd komen ook veel ambtenaren. Ambtenaren zeggen: het is vijf over twaalf, er moet iets gebeuren. Efficiëntie is een model en daarnaast heb ik het natuurlijke verdienmodel en dat is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Ik ben 15 jaar biologisch maar de bodem was helemaal ontregeld. We posten elke maand een film wat gebeurt op ons bedrijf want het is nog steeds een zoektocht om het beter te begrijpen. De films worden veel gedeeld. Het gaat ook vaak mis. Vorig jaar hebben we de rauwmelkse productie van een hele maand moeten opgeven, dat is 70000 euro maar een maand later hadden we het probleem weer opgelost. We willen altijd een natuurlijke oplossing vinden. het bedrijf is doorgelicht met een rijdend laboratorium. Alles is een kringloop (schimmels, bacteriën, gisten, antibiotica, wormmiddelen...). Je kunt weer schoon worden, weer naar het natuurlijke systeem gaan. De bodem geeft dat goed aan, als je niet meer ploegt en niet meer met landbouwmachines komt, dan gaan de bodem, de kruiden en de koeien aan de slag. Filmpje: Peter Vanhoof bestudeert de bodem en de wortelgroei. De bodem gaat vooruit door dit beheer. Er is nu een bodemcursus in Ede die snel was volgetekend. We verwachtten veel natte jaren en nu kregen we ineens een gigantische droogte. De storende laag is een groot probleem in de Vallei die we op moeten lossen en de cursus gaat daarbij echt helpen. Een storende laag komt door ploegen, op 20-25 cm ontstaat verdichting en daar vindt ook stapeling van magnesium plaats omdat teveel kalium wordt opgebracht via krachtvoer. Daardoor verdringt de kalium het magnesium en calcium, die hopen zich op in de storende laag van 10 cm en die laag kan niet meer doordrongen worden door de plantenwortels. Die storende laag moet zich weer oplossen, door niet te ploegen, door kruiden hun werk te laten doen en door bepaalde natuurlijke middelen te gebruiken (gips). Je kunt niet slechts 12% van ons inkomen aan voedsel uitgeven, dat systeem is niet houdbaar. Consumenten kopen ons product voor de smaak maar het verhaal moet ook kloppen, dus we hebben gelukkig een oplossing voor de stierkalfjes. Wij werken niet met de supermarkt. Als ik dat doe hang ik, dan kan ik net overleven waardoor ik steeds concessies moet doen. Kaas wordt door veel restaurants en winkels afgenomen (vaak ondernemers die ook uit het systeem zijn gestapt). Wel voor een meerprijs. Veel mensen zoals jullie hier zijn bezig: hoe komen we hier uit? Cheese Berlin filmpje: Remeker kaas krijgen een prijs.
Discussie
Stelling 1: Een liberale markt gericht op lage kosten biedt geen kans voor biodiversiteit.
Willemien: Ja dat klopt, consumptie is leidend. Nadeel van biologische scharrelkippen is wel dat fijnstof weer toeneemt. Een stalsysteem kan voor het milieu weer beter zijn dus we moeten het integraal bekijken. Boeren hebben ook een bijdrage aan biodiversiteit geleverd. Inderdaad, de prijs van voedsel moet omhoog. Regelluwe ruimte is ook belangrijk om de boeren niet door zoveel pieken en dalen te laten gaan.
Jan Dirk: Wat zijn de drempels in de regelgeving? Fosfaatrechten zijn een probleem; De Grote Voort wordt afgerekend op een fosfaatproductie die wij niet halen, want onze koeien worden als normale koeien afgerekend terwijl ze nutriënten-arme mest produceren.
Ben Apeldoorn: Kleinschaligheid en biodiversiteit kan wel op een bedrijf. Maar als ik gras teel, teel ik gras. Als ik extensiever teel dan stijgt de kostprijs en dus daalt mijn marge. Dus biodiversiteit is dan op de randen, in de sloot, op de akkerranden.
Willemien: Je zou een wildvergoeding kunnen geven als herten de oogst deels opeten. Via het Manifest van Salentijn proberen we ook de landbouw te verbeteren. Er zijn vier typen boeren: wereldmarkt, korte keten, neven activiteit, stopper. De overheid geeft vaak maar een van de vier typen boeren aandacht. Ook reguliere boeren hebben heel wat te leren. In Nederland kunnen we toonaangevende landbouw ontwikkelen. Alle erfbetreders moet daarbij betrokken worden en zorgen dat er geen mensen buiten de boot vallen.
Stelling 2: Biodiversiteit op landbouwgrond wordt onderschat en niet goed gemonitord.
Bij de Grote Voort leven nu 550 wormen per m2 dus als je er wat aan doet kan het snel beter worden. Als je ploegt heb je na 4 jaar pas weer die wormenstand terug. Koeien kunnen 100% grasgevoerd worden en je kunt het ze zelf buiten op laten halen, maar dan daalt de productie. Friesland Campina kijkt mee, al lever ik daar niet aan.
Arnold: Nederland is 85% biodiversiteit kwijt en dat komt voor een groot deel door de landbouw. Door de mest, de soortenarme graslanden en het bewerken van het land.
Sander: Er is veel citizen science, er zijn burgers die natuur monitoren, bv de vogelatlas. Op een druilerige dag zie je 4000 waarnemingen en op een mooie dag 12.000. Boeren zouden wel meer monitoring op hun land moeten toestaan.
Arnold: Er kan geen stikstof meer bij in de natuur. De politiek moet het regelen en er niet langer mee wachten. Met steenmeel kun je de mineralen weer opbrengen: 70-80 ton per hectare. In Noorwegen is een groeve waar zeldzame aardmetalen worden gewonnen, de rest storten ze in een fjord en dat zou je kunnen gaan ophalen. Er zit geen calcium in dus calcium zou je ook nog moeten toevoegen. Dan komt de hele Veluwe onder een laag grit te liggen en het is onbetaalbaar. In elk geval kun je met kalk beginnen. En overschakelen naar de biologische landbouw.
Jan Dirk: Je moet de hele bodembalans in ogenschouw nemen en niet maar naar een paar elementen kijken. Iedere boer gebruikt hetzelfde product omdat de coöperatie maar 1 kalkproduct verkoopt waar teveel magnesium in zit waardoor je je bodem nog meer naar de knoppen helpt. De boeren in de cursus die het begrepen werden daar boos om dus de erfbetreders hebben ook een rol in dit verhaal. Zware machines en diepploegen zijn achterhaald.
Ook naaldbomen moet je kritisch bekijken. Er is teveel grove den, dat is een bodemverzuurder maar eiken en beuken zijn dat ook.
We zitten op de kennis-as dus we kunnen naar oplossingen zoeken. We zijn daar in de Food Valley al jaren mee bezig, daarom is er nu ook de Regiodeal met de regering.