Het is begin oktober, de eerste nachtvorst is een feit, de winter staat voor de deur. Tegelijkertijd zien we in Ede meer mensen die op straat verblijven, en daar ook lijken te slapen. Zo ligt er bij het gemeentehuis een matras, met een boodschappenkar vol spullen ernaast.

Volgens de planning opent de opvang weer 1 november. Wat GroenLinks heel goed vindt, is dat het college heeft toegezegd dat de opvang vanaf november dan ook niet alleen een winteropvang meer is, maar een vaste nachtopvang wordt, het hele jaar lang. Dit is een belangrijke ontwikkeling, waar we het college dankbaar voor zijn.

In het verleden is het wel eens gebeurd dat de winteropvang niet op tijd open kon. Met koud en onguur weer hadden mensen die al geen eigen dak boven hun hoofd geen veilige, warme plek om te slapen.

Als we nu kijken naar een toenemend aantal mensen voor wie dit een probleem is, en dat combineren met een ijskoude landelijke politiek, die bijvoorbeeld de bed-bad-brood regeling afschaft (waardoor ook de gemeente Ede minder geld krijgt voor belangrijke zorg), dan baart dat GroenLinks grote  zorgen. Daarmee wordt een goede nachtopvang van groot belang, maar ook alternatieve vormen van onderdak zoals Anders Wonen. 
Met deze reden heb ik de volgende vragen gesteld: