In Edestad stond dat de fractie van D66 openheid wil over een recent uitgevoerd onderzoek naar vermeende misstanden bij Permar. De suggestie wordt gewekt alsof het rapport onder de pet wordt gehouden. Voor mijn fractie is niets minder waar en ik heb ook niet de indruk dat andere fracties dit willen. Maar de fracties zijn even nog niet aan zet.
Aanleiding voor het onderzoek is een breed verspreide anonieme brief. Het dagelijks bestuur van Permar reageerde hier direct op door een onderzoek te starten. En het rapport is hier een weerslag van. Jammer is wel dat bij het onderzoek maar met een paar mensen is gesproken en dat daar niemand van de werkvloer bij zat.
In de anonieme brief stonden 25 misstanden. Soms kun je de schouders hier over ophalen en soms moet je de wenkbrauwen fronsen. De pijlen in de anonieme brief zijn vooral gericht op directeur en oud PvdA wethouder Spiegelenberg. Inmiddels heb ik kennis mogen nemen van het rapport. En natuurlijk moet dit rapport zo snel mogelijk openbaar worden gemaakt. Maar dit is een eerste instantie wel aan de opdrachtgever. En dat is dus het dagelijks bestuur. Maakt zij het rapport niet op korte termijn openbaar dan zal mijn fractie hierop aandringen. Dit omdat Permar een zogehete verbonden partij is met zowel een juridische als financiële relatie met de gemeente. Daarom voelt mijn fractie hier ook een sterke verantwoordelijkheid in. Als het rapport niet openbaar wordt gemaakt geeft dat alleen maar voeding aan meer geruchten. En dit is niet goed voor de sfeer binnen Permar. In het rapport staan overigens zaken waar je vraagtekens bij kunt zetten. Maar daarmee zijn het niet meteen misstanden, al roep je dat dan wel snel over jezelf af. Dat is dan ook gebeurt. En dan gaat men zoeken en soms dus naar spijkers op laag water. Maar niet altijd. Het rapport geeft mijn fractie geen geruststellend gevoel. Het dagelijks bestuur schrijft dat “er geen onderbouwing is gevonden voor de beweringen die in het anoniem schrijven worden gedaan” en dat “het risico van beschadiging van de Permar en/of haar algemeen directeur is uitgesloten”. Was het maar zo. Ook in een door mij ontvangen intern memo van Permar wordt wat al te luchtig gedaan als wordt geschreven dat “is aangetoond dat geen van de 25 aantijgingen op waarheid berust”. Dat is dus onjuist. Zo fungeert de dochter van de directeur wel degelijk als kraakwacht voor een woning van Permar zonder huur te betalen en heeft de directeur wel degelijk een forse rekening gekregen voor het ontvangen van voetbaluitslagen via SMS op kosten van de zaak. Dat wordt ook niet ontkend in het rapport. Wel wordt dit allemaal gezien als “binnen de marges”. En daar denkt een deel van de medewerkers dus duidelijk anders over.
Natuurlijk kan het openbaar maken van het rapport vervelend zijn omdat dan zaken op straat komen te liggen waarvan je liever hebt dat ze niet breed bekend zijn. Maar dat moet je dan maar voor lief nemen. De feiten tonen ook een onnozelheid en onhandigheid aan die eigenlijk niet mag voorkomen op professioneel managementniveau. Of is het dan toch een gevoel van onaantastbaarheid dat na verloop van tijd de overhand gaat nemen? Laat het een les zijn voor alle bestuurders om niet iets te doen waar je achteraf een ongemakkelijk gevoel bij krijgt.