Ook om ons te kunnen aanpassen aan de gevolgen van steeds hoger wordende temperaturen zijn voorzieningen voor koeling en wateroverlast nodig. Maar ook het beter vasthouden van water in onze leefomgeving in belangrijk om verdroging te voorkomen.
Grote bomen hebben een dicht bladerdak en daarmee een aantoonbaar verkoelend effect. We zullen bestaande grote bomen zo lang mogelijk moeten beschermen en behouden in de dorpen en wijken. We moeten nu nieuwe bomen aanplanten, die later die functie kunnen overnemen. Veel oudere bomen gaan dood door watertekort, dus we zullen het water in de wijken beter moeten vasthouden; waar mogelijk willen we stenen en asfalt verwijderen en vervangen door groen. De bodem in onze woonomgeving moet meer gaan ademen om het water te kunnen opnemen. Dus overblijvend asfalt moet zoveel mogelijk worden vervangen door halfopen verharding.

Ecologisch beheer van groenvoorziening in de bebouwde kom is cruciaal voor het herstel van allerlei soorten gronddieren, insecten en vogels. Onderhoud moet worden afgestemd op het tempo van de natuur. Een goed ecologisch beheer kan ons ook behoeden voor plagen als de eikenprocessierups en andere ongewenste exoten in onze woonomgeving.
 

Wat gaan we de komende 4 jaren veranderen voor een klimaat-aangepaste woonomgeving

  • Op basis van het bebomingsplan (zie hoofdstuk 3.1) worden versteende wijken bij voorrang voorzien van een koelende groenstructuur.
  • Er wordt planmatig gewerkt aan vergroening met een minimale norm voor groenoppervlak per wijk.
  • Door meer te werken met eenrichtingsverkeer in (bestaande) woonwijken kunnen rijvlakken worden versmald ten gunste van loop- en fietspaden, en vergroening.
  • Groenbeheer in de wijk is ecologisch. Momenten van maaien en snoeien wordt afgestemd op natuurritme.
  • De groenstructuur moet zodanig worden aangepast dat natuurlijke vijanden van bijvoorbeeld eikenprocessierupsen kunnen voorkomen dat plagen ontstaan.
  • Bij herplanting moeten monoculturen geleidelijk worden omgevormd door lanen met gevarieerde bomenstructuren, waardoor deze minder kwetsbaar worden voor plagen en ziektes.
  • Bladblazers zijn funest voor klein dierenleven. Er worden alleen bladeren verwijderd waar verkeers-veiligheidsrisico ontstaan als ze blijven liggen. Alle bladblazers worden zo snel mogelijk elektrisch.
  • Bij onderhoud en vervanging is het laten ademen van de bodem uitgangspunt. Waar verharding weg kan, wordt dit vervangen door groenstructuur en bomen.
  • Waar verharding nodig blijft wordt stelselmatig gewerkt met waterdoorlatende materialen.
  • Waar risico’s van wateroverlast bij extreem weer zijn vastgesteld, wordt bij voorrang gewerkt aan open bodemstructuur, en verbetering van de afwateringscapaciteit.